Walnoten - Eiwitten in overvloed.
De walnoot of okkernoot groeit aan de walnoten- of okkernotenboom (Juglans regia) en is eigenlijk een steenvrucht. De vrucht wordt omgeven door een harde, tweedelige schaal, met eromheen een stevige groene bolster. Van die bolster is kleurstof te maken die in Vlaanderen ‘notenbiester' wordt genoemd. Dit is bruinkleurige inkt die vroeger veel werd gebruikt om te schrijven of te tekenen. De naam walnoot betekent oorspronkelijk 'vreemde, niet-germaanse noot'. Waarschijnlijk komt de boom uit Centraal Azië en is hij uiteindelijk door de Romeinen naar Europa meegebracht.
Rauwe walnoten zijn één van de beste plantaardige bronnen van eiwitten. Ze zijn rijk aan vezels, vitamine B, magnesium en antioxidanten zoals vitamine E. Walnoten hebben aanzienlijk hogere waarden van omega-3 vetzuren in vergelijking met andere noten. Ze bevatten tevens de mineralen fosfor, zink, ijzer en kalium en zitten tjokvol foliumzuur.
